icon-close

O (1982)

Jan Eijkelboom

Nadenken voordat je iets zegt. Het is niet alleen een goede tip, maar ook de werkwijze van dichter Jan Eijkelboom.

illustratie: lees in nederlands
icon-close

O

O, dat ik ooit nog eens
een vers met o beginnen mocht,
dat het dan ongezocht een ode
werd waarin zeg maar een dode
dichteres tot leven kwam
ofwel een warm lief lijf
tot marmer werd waardoor
voor wie daarvoor gevoelig is
een adem ging als was het
leven nu voorgoed betrapt.

Maar nee, wat bij mij ingaat
moet bezinken,
verdicht zich tot een sprake-
loos substraat
dat roerig wordt en uit wil breken
en soms vermomd de mond verlaat.

O, klonk het nog eens ongehinderd.

icon-close

Beluister dit gedicht in het Nederlands.
Stem: Lex van Itterson

illustratie: ontdek dit gedicht in 1 minuut
icon-close

Ontdek dit gedicht in een minuut

Klassieke gedichten zijn soms nogal expressief. Ze beginnen bijvoorbeeld met de uitroep ‘O!’ en schetsen in grootse bewoordingen de diepste emoties. Eijkelboom drijft er op slimme manier de spot mee, namelijk door een gedicht te schrijven dat daar op het eerste gezicht aan doet denken. Daarmee maakt hij duidelijk hoe hij erover denkt: veel moeilijker dan zulk expressief taalgebruik is echt doordacht en raak taalgebruik.

Meer weten? Je kunt op deze website het gedicht beluisteren, je verdiepen in de totstandkoming en de maker en ontdekken wat Leidenaren ervan vinden.

icon-close
Jan Eijkelboom

Jan Eijkelboom

Slikkerveer 1926 – Dordrecht 2008

Jan Eijkelboom was journalist, schrijver en vertaler. In 1953 schreef Eijkelboom de novelle De terugtocht over zijn ervaringen als militair in Indonesië tijdens de politionele acties. In 2000 werkt hij dit uit tot een autobiografische verhalenbundel getiteld Het Krijgsbedrijf. Hij vertaalde het werk van Engelse dichters als W.B. Yeats en John Donne en was als journalist verbonden aan verschillende kranten en tijdschriften, waaronder Vrij Nederland, Het Vrije Volk en De Dordtenaar. Eijkelboom was bovendien in de jaren 1960 medeoprichter van het literair tijdschrift Tirade.

Dichter

Pas op 53-jarige leeftijd debuteerde Eijkelboom als dichter. In zijn poëzie verwerkte hij vooral persoonlijke herinneringen. Hij schreef bijvoorbeeld over zijn gelovige opvoeding, zijn oorlogstrauma en zijn alcoholverslaving. In zijn gedichten staat dan ook vaak een ‘ik’ centraal. Door het persoonlijke karakter van zijn gedichten vielen ze in de smaak bij een breed publiek.

illustratie: over dit gedicht
icon-close

Waar gaat dit gedicht over?

Het muurgedicht O gaat over het schrijven van gedichten. In klassieke gedichten komt vaak de klank ‘O’ terug, zeker als thema’s als liefde en dood worden behandeld. Doorgaans ging het daarbij om individuele expressie, ofwel om de emotie die zo’n onderwerp bij een dichter oproept.

Alternatief

Eijkelboom identificeert zich niet met die dichters. ‘Hij had niet gedacht ooit nog eens een vers met ‘O’ te beginnen’, omdat dit niet zijn stijl is. In de tweede alinea legt Eijkelboom zijn eigen werkwijze uit. In tegenstelling tot de klassieken, laat hij zijn gevoelens eerst bezinken, om vervolgens zorgvuldig na te denken over de juiste manier om ze te verwoorden. Eijkelboom beschrijft emoties en gedachten als een ‘sprakeloos substraat dat roerig wordt en uit wil breken’, maar toch verlaten de woorden pas na veel overpeinzing zijn mond. Het taalgebruik van Eijkelboom is dan ook zeer nauwkeurig afgewogen.

O

Dat het gedicht begint en eindigt met O, is dan ook ironisch bedoeld. Eijkelboom laat hiermee zien dat zulke poëzie gemakkelijk te produceren is, in tegenstelling tot zijn eigen poëzie, waar hij flink voor moest nadenken. Zijn gedichten brengen misschien geen dode tot leven en vangen geen geliefde in marmer, maar zijn taal is wel doordacht. Als je goed naar het gedicht kijkt, valt op hoe vaak de klank/klinker ‘O’ erin verwerkt is.

illustratie: ontstaan van dit gedicht
icon-close

Ontstaan van dit gedicht

Jan Eijkelboom debuteerde in 1979 met de dichtbundel Wat blijft komt nooit terug. Dit is mogelijk de bekendste dichtregel uit zijn oeuvre. Met zijn debuutbundel vestigde Eijkelboom gelijk naam in de poëziewereld. In de daaropvolgende jaren verschijnt met regelmaat een nieuwe dichtbundel. Het gedicht O is gebundeld in De gouden man, dat in 1982 verscheen. Een jaar na publicatie ontvangt Eijkelboom voor deze bundel de Herman Gorterprijs.

illustratie: ik heb een verhaal bij dit gedicht
icon-close

Ik heb een verhaal bij dit gedicht

Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.

illustratie: gedicht in leiden
icon-close

Jan Eijkelboom in Leiden

Foto Inge Harsten

Het muurgedicht O is sinds 1996 te vinden aan de Binnenvestgracht, hoek Gerestraat in Leiden. Het was het veertigste gedicht dat Stichting TEGEN-BEELD realiseerde.

illustratie: citaten
icon-close

Citaten

Ik werk omdat ik anders droog brood zou eten. Bovendien zou ik doodgaan als ik niet werk.

Jan Eijkelboom
 

Zijn taal is zacht en kalm, maar zijn geest was onrustig.


Rémon van Gemeren
 

De taal had het goed bij Jan Eijkelboom.

Kees Fens in De Volkskrant
 

De poëzie van Eijkelboom wil zich duidelijk afzetten tegen de klassiek-esthetiserende opvatting van de poëzie.

Rudolf van de Perre
 

Eijkelboom is bij uitstek een schrijver van het minimale gebaar en het juiste, treffend geplaatste woord.

Kester Freriks
 

illustratie: wist je dat
icon-close

Wist je dat?

  • Jan Eijkelboom is in 2001 is uitgeroepen tot stadsdichter van Dordrecht. Hij was de eerste stadsdichter in Nederland. Hij was ook degene die C. Buddingh opdracht gaf het gedicht Ode aan Dordrecht te schrijven, het bekendste gedicht over Dordt.
     
  • In 2017 is in Dordrecht een straat naar hem vernoemd: het Jan Eijkelboomsteegje nabij het Dordrechts Museum. Eijkelboom legde zijn fascinatie voor deze locatie uit in zijn gedicht Tuin Dordrechts Museum.
     
  • Eijkelboom debuteerde ongeveer tegelijkertijd met dichter Ed Leeflang. Beide dichters worden vaak met elkaar in verband gebracht vanwege hun de soortgelijke stijl.
     
  • De dichter J. Slauerhoff was een grote inspiratiebron voor Eijkelboom? Dit blijkt niet alleen uit zijn poëzie, maar ook uit het feit dat Eijkelboom publiceerde onder de naam ‘J. Eijkelboom’. Van Slauerhoff is in Leiden het muurgedicht T Zwerk ligt terneergeslagen te vinden.
     
  • Naast Leiden zijn ook in Dordrecht en Den Haag dichtregels van Eijkelboom op muren te vinden.
     
  • Kees ’t Hof werkt aan een biografie over Eijkelboom.
illustratie: video
icon-close

Dit gedicht is op muziek gezet door de Leidse band Street fable. 

illustratie: meer weten
icon-close

Meer weten?

Dit lemma is geschreven door Nikki Spoelstra in samenwerking met het Taalmuseum. Er is gebruik gemaakt van de volgende publicaties:

  • Brems, Hugo. Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2013.
  • Fens, Kees. “De taal had het goed bij Jan Eijkelboom”. De Volkskrant, 28 februari 2008.
  • Freriks, Kester. “Geen spijt, geen trots”. NRC Handelsblad, 12 januari 2001.
  • Gemeren, Rémon van. Een bezetenheid zo bijna kalm. De poëzie van Jan Eijkelboom. Dordrecht: Uitgeverij Liverse, 2013.
  • Monna, Janita. “In Memoriam Jan Eijkelboom (1926-2008)”. De Groene Amsterdammer, 7 maart 2008.
  • Perre, Rudolf van de. “J. Eijkelboom, een gouden dichter”. Ons Erfdeel 26 (1983). Geraadpleegd via DBNL.org.